Zelf quinoa kweken in de moestuin

Zelf quinoa kweken in de moestuin

De trend van zogenaamde superfoods lijkt zich zorgenloos verder te zetten. Zowat elke gezondheidsgoeroe die ooit mee op die kar sprong gaf quinoa een vaste plek in zijn of haar voedingsschema. Niet geheel onterecht, want het pseudograan – dat dus geen graan is, maar wel zaad – bevat opvallend meer eiwitten en aminozuren dan andere plantaardige producten. Maar is het echt krachtvoer, werd het terecht tot superfood gebombardeerd en hoe kweek je het uiteindelijk zelf, in je eigen kleine tuintje?

Wat is quinoa?
Moeder van alle granen, zo doopten de Inca’s ooit ‘hun’ quinoa. In tegenstelling tot wat je daarvan zou verwachten is het geen graan, maar wel zaad. Het werd ooit noodgedwongen naar de uithoeken van het Andesgebergte verbannen en is anno 2018 één van de duurste en populairste importproducten uit Bolivia.

Is quinoa wel super?
Het zou klare onzin zijn te beweren dat quinoa geen voedzaam natuurlijk product is. Maar er zijn wel redenen genoeg om aan te nemen dat de term ‘superfood’ net een brug te ver is. Hoewel de eiwitsamenstelling van quinoa vrijwel net zo compleet is als vlees of eieren, bevat het – in vergelijking met bijvoorbeeld havermout – relatief weinig vitaminen, mineralen en calcium. Quinoa is dan wel weer glutenvrij, wat voor mensen die aan de ziekte coeliakie lijden en dus glutenintolerant zijn een welkome toevoeging is aan hun dieet. Anderzijds is het wel zo dat slechts een laag percentage van de bevolking aan deze ziekte lijdt, en ‘gezonde’ mensen – die toch glutenvrij willen eten – geen enkele baad hebben bij een dergelijk product.

Duurzaam
Quinoa mag dan wel niet het ultieme superfood zijn, toch is het – net als peulvruchten – een duurzaam product. Plantaardige eiwitten zijn namelijk minder belastend voor het milieu en haar omgeving. Quinoa is dus zeker een goed alternatief voor wie minder vlees wil eten, of het helemaal uit zijn of haar dieet wil schrappen. In combinatie met een evenwichtige voeding vormt het een uitstekende afwisseling voor onder andere rijst en pasta, en is het zeker ook een waardig alternatief voor wie af en toe een goede vleesvervanger zoekt. Maar dat zijn linzen en aardappelen natuurlijk ook, en die zijn vaak een stuk goedkoper.

In de tuin
Vermits quinoa het ook in onze gebieden uitstekend doet is er geen enkele reden om er niet een keertje mee te experimenteren, in je eigen tuin. De plant kiemt snel en ondervindt daarna nauwelijks problemen, wat het extra spannend maakt om ermee aan de slag te gaan. Kilo’s zaden moet je er niet van verwachten, – tenzij je akkers vol kunt planten – maar een verrassende en spectaculaire plant met opvallende bloeiaren daarentegen is wel aan de orde.

Zelf zaaien
Quinoa wordt om de logische reden gezaaid, en niet geplant. Je zaait vanaf half maart tot juni, om de oogst te spreiden. Je zou in potjes kunnen voorzaaien, maar dat vindt het pseudograan maar niets. Zaai, indien mogelijk, meteen op de plek waar alles gaat gebeuren. Zaai in rijen en plant de ontzettend kleine zaden op gemiddeld 5 centimeter van elkaar. Alleen de sterkste gaan overleven, wat de andere exemplaren straks meer groeiruimte zal opleveren. Geef na het zaaien water met een gieter met fijne broes, dat is nodig om het uitspoelen van zaden te beperken.

De ideale plek
Een plek is de zon is aangewezen, daar groeit quinoa het liefst. Zorg er wel voor dat het op die plek af en toe waait, dat voorkomt namelijk schimmels tussen het gewas. Een voedzame maar goed losgemaakte bodem is ideaal, de plant gaat zich diep in de grond gaan vasthechten. Kleigronden, waar het water lange tijd aan de voeten blijft stilstaan, moet je vermijden, dat kan wortelrot veroorzaken. Werk aan het begin van de teelt ook een flinke portie goed verteerde compost in met een woel-of spitvork. Extra meststoffen toedienen hoeft niet, al is bemesten op een arme grond raadzaam. Geef dan organische meststoffen, rijk aan fosfor (P) en kalium (K). Plant quinoa bij voorkeur op een apart groentebed, waar hij andere gewassen niet kan hinderen door het creëren van schaduw.

Alle kleuren van de regenboog
Afhankelijk van wanneer je ze precies hebt gezaaid vormt quinoa na verloop van tijd onopvallende bloemen. Die bloemen staan op lange bloeiaren, zijn ontzettend klein, kleur-en geurloos en dus weinig aantrekkelijk voor het oog. Pas op het ogenblik dat de bloemen zaden worden gebeurt er iets magisch. Dan zie je ontzettend veel felle en opvallende kleuren tevoorschijn komen. Ze kunnen intens rood zijn, maar ook paars, geel en oranje.

En verder
Quinoa heeft nauwelijks last van ziekten of belagers, al kan er tijdens langdurige regenval wel meeldauw voorkomen. Een goede luchtcirculatie creëren tussen je planten is dus van essentieel belang. Omdat de plant een hoogte kan bereiken van gemiddeld één tot anderhalve meter is het aangewezen om ze tijdig te ondersteunen, het liefst voor ze na de eerste zomerse windvlaag tegen de grond gaan. Een aantal paaltjes op de hoek van het groentebed in de grond slaan en die door middel van een stevig touw met elkaar verbinden is prima. Tijdens aanhoudende droogte is extra water geven niet onverstandig.

De oogst
Het leukste moment, na alle verzorging die je de planten biedt, is zonder meer de oogst. Vanaf eind augustus en begin september kun je vaak al een eerste keer aan de slag – afhankelijk van wanneer je precies hebt gezaaid. Zaden die klaar zijn worden droog, de bloeiaren iets minder opvallend van kleur. Maar ook vogels zijn ideale parameters om in te schatten wanneer je kunt oogsten. Zaden die rijp zijn worden meteen ook voor hen een stuk aantrekkelijker. Wees ze voor en oogst bij voorkeur op een droog moment, wanneer het een aantal dagen na elkaar niet heeft geregend. Lukt het je toch niet om ze tijdig te oogsten, dan kun je ze binnenshuis – in de garage of het tuinhuis bijvoorbeeld – nog een paar weken laten nadrogen. Je rukt de zaden daarna in 1 vlotte beweging van de plant en vangt ze op in bakjes of een schaal. Goed gedroogde zaden kun je tot wel een jaar bewaren in een afgesloten bokaal.