Toen ik inmiddels meer dan 25 jaar geleden voor het eerst een plekje kreeg aangewezen in de tuin van mijn opa, stond ik voor een heus nieuw avontuur. Ik had geen idee wat er op me afkwam en ik wist al helemaal niet wat Moeder Natuur in petto had. Als starter komen er namelijk heel wat nieuwe dingen op je af en vaak ga je eerst door een reeks tegenslagen alvorens je van successen kunt spreken. Jezelf goed informeren is het allerbelangrijkste, en af en toe de dingen gewoon op je af laten komen. Ik som 3 veelgemaakte moestuinblunders op, die ook ik als starter heb moeten leren.
1. Begin klein
Het is inmiddels een torenhoog cliché, maar begin met een kleine moestuin. Meteen jezelf een grote plek toe-eigenen bezorgt je alleen maar stress en hopen werk. Begin klein, verken de wondere wereld van tuinieren en doe het rustig aan. In het begin heb je vaak geen idee hoe je planten moet verzorgen en wat ze precies nodig hebben. Af en toe falen hoort erbij, maar houd het doenbaar. Aan een gedemotiveerde tuinier heeft namelijk niemand wat. Bij een grote moestuin komt ook meer wiedwerk, zul je vaker moeten water geven en is het noodzakelijk om dagelijks te kunnen oogsten. Je kunt meteen in de vollegrond aan de slag gaan, of je kiest ervoor om eerst wat te experimenteren in potten en bakken, dat is vaak makkelijker bij te houden.
2. Te veel zaaien
Een van de meest gemaakte fouten in moestuinland is het te veel zaaien van gewassen. Je bent zo ontzettend enthousiast dat je maar meteen een heel pakje sla- of radijszaad in de grond stopt. Ambitieus, dat moet ik toegeven, maar ook helemaal niet nodig als je weet dat er vaak minimaal duizend slakropjes uit voortkomen. Of neem nu courgettes. Erg verleidelijk om er veel van te zaaien, want op is op, maar geen goed idee als je weet dat ze tot wel 30 vruchten per plant kunnen produceren tegen het eind van de zomer. Been there, done that. Zaai in periodes en dus niet alles in een keer, dat voorkomt dat je uiteindelijk plantgoed zult moeten weggooien en je elk jaar opnieuw zaden zult moeten kopen. Met een pakje slazaad doe je gemiddeld 3 jaar. Na 3 jaar neemt de kiemkwaliteit af en zul je uiteindelijk moeten investeren in nieuw zaaigoed.
3. Te vroeg beginnen
Alles waar een te voor staat is in theorie niet goed. Te veel zaaien, maar dus ook te vroeg beginnen. Hoe vroeger je start, hoe groter de problemen zullen zijn. Elk gewas heeft namelijk een eigen zaaimoment. Dat dien je altijd te respecteren, het staat niet voor niets op de achterkant van de verpakking. Tomaten zaai je bijvoorbeeld in maart en april, niet in januari en februari zoals nog steeds heel wat tuiniers doen. Of je zaait courgettes en pompoenen niet in februari of maart, maar wel in april en mei. Er is simpelweg te weinig natuurlijk zonlicht beschikbaar waardoor heel wat zaailingen flinterdun worden en naar het licht zullen toegroeien. Een groot deel moet dan ook te lang in hun potje blijven staan, waardoor meststoffen uitgeput geraken en de plant niet meer optimaal zal groeien.
