Tips om zelf gember te kweken

Tips om zelf gember te kweken

Ik heb altijd wel wat gember in de koelkast liggen. In sommige gerechten zorgt het echt voor een meerwaarde, als je het met mate gebruikt tenminste. Ik maak er thee van als ik eens te diep in het glas heb gekeken (gember is super wanneer je misselijk bent, ik zeg het je maar) of er gaat een kleine hoeveelheid mee in de appeltaart – dat is zo ontzettend lekker! Maar een jaar of 8 geleden wilde ik me ook eens wagen aan de teelt ervan. Niet dat ik schrik had, maar het is met gember natuurlijk niet zoals met aardperen: een gat maken, knol erin en klaar. Zo werkt dat niet. Gember, zoals wij het kennen, is een wortelstok van de gemberplant of Zingiber officinale. Er komt dus wel wat meer bij kijken dan een bezoekje aan de supermarkt, dat begrijp je vast wel.

Planten, maar hoe?
Het begon bij mij met een paar stukjes biologische gember uit de supermarkt, ergens begin februari. Onbespoten, maar wel uit de supermarkt. Omdat Zingiber een warmteminnende plant is, is het belangrijk om de wortelstok binnenshuis te laten voorkiemen. Vergelijkbaar met het voorkiemen van aardappelen, maar dan in iets vochtigere omstandigheden. Het doel is simpel: de slapende ogen of zogenoemde rhizomen aansporen om scheuten te maken. Het zijn tenslotte die scheuten die ons naar de overwinning helpen. Leg de wortelstokken in een schaaltje met water, het liefst dichtbij de chauffage of kachel. Je hoeft ze niet onder te dompelen in het water, maar ze moeten wel voortdurend vochtig staan. Dagelijks bijvullen is noodzakelijk vermits water gewoon verdampt bij hoge temperaturen. Het helpt door er een kweekkasje overheen te zetten, zo blijft het altijd vochtig binnenin. Wees vooral geduldig want het kan met gemak een paar weken duren vooraleer de plant ook maar een teken van leven geeft. Ik denk dat het na 5 of 6 weken moet zijn geweest (dat is afhankelijk van hoe warm het bij je thuis is en hoe vochtig je de wortelstokken kunt houden) dat ik de eerste scheuten tevoorschijn zag komen. Zodra alle scheuten duidelijk zichtbaar werden heb ik ze maar meteen in een pot met potgrond geplant. Stop de wortelstokken niet te diep, je kunt ze vrij oppervlakkig op de grond neerleggen of net iets dieper onder de grond steken. Die wortelstokken hadden inmiddels ook wortels gevormd en konden het vanaf nu wel aan om de grond in te gaan. Ik ben ze wel regelmatig water blijven geven, want dat hebben ze dus echt wel nodig. Wanneer het vanaf april overdag zonniger en warmer werd durfde ik ze al eens in de kas te zetten overdag. ‘s Nachts wel weer naar binnen, want te grote temperatuurschommelingen zorgen voor een groeistop.

In de moestuin
Na de ijsheiligen, vanaf midden mei, kunnen ze definitief naar buiten. ‘t Is te zeggen: in de kas of op het zonnigste plekje dat je kunt verzinnen in de tuin. Omdat de kas vol stond met tomaten kon ik ze onmogelijk nog ergens tussen krijgen, maar op het zuidgericht terras was er gelukkig wel nog plaats. De hele zomer lang heb ik ze vertroeteld, als kleine baby’s i kid you not. Elke dag een beetje water als het echt warm was en af en toe wat vloeibare meststof rijk aan kalium en fosfor. De plant die ondertussen zo’n 50 tot 70 centimeter groot was geworden voelde zich duidelijk prima. Het loof, dat met wat verbeelding doet denken aan pas gekiemde maïszaailingen, was frisgroen en tot mijn verbazing vrij van ziekten of schimmels. Bij aanhoudende regen of zomerdipjes ging de pot wel terug in de kas. Voor heel even maar, maar wel altijd terecht zo bleek. Vanaf eind september gaf ik stilaan minder water en ging de pot definitief de kas in. Alles om het seizoen zo lang mogelijk te rekken.

The day: oogsten
Omdat gember heel veel tijd nodig heeft om eetbare wortelstokken te produceren is het van groot belang om zo laat mogelijk te oogsten. Ik ben uiteindelijk pas ergens in november gezwicht omdat er hevige nachtvorst werd voorspeld en ik dus geen kant meer op kon. Gember is vorstgevoelig, dus je begrijpt dat ik met angsten zat. Ik haalde de plant uit zijn pot en maakte de wortelkluit voorzichtig los. De plant had inmiddels ook al wortelstokken geproduceerd die letterlijk de grond uitgeduwd werden. Tot mijn verbazing zag ik verschillende – ik denk wel tientallen – nieuwe gemberstokken verschijnen. Zo blij als een kind was ik. Pas geoogst zijn de wortelstokken geel met een beetje roze. Heel mooi. Maar dat duurt echter niet lang. Zodra de gemberwortels droog worden, zoals het hoort, krijgen ze hun typisch bruine en vrij harde schil.

Conclusie
Ik had nooit verwacht dat het mij zou lukken, want de gemberplant is tenslotte een tropisch gewas. In zijn natuurlijke omgeving krijgt de plant zelfs hele mooie bloemen. In onze gebieden zijn de seizoenen te kort en lukt het niet om ze zover te krijgen. De droge wortelstokken bewaren het langst in een kistje met vochtig zand, het liefst op een koele plek (kelder of onverwarmde garage). Af en toe een exemplaar in de koelkast en drinken, euh koken maar. Zou ik het opnieuw doen? Zeker weten. Je moet simpelweg wat geduld hebben. Het duurt je 9 volle maanden, een zwangerschap zeg maar, om de vruchten van je werk te oogsten. Maar wat je oogst is dan ook serieus de moeite waard.