Ben je in het bezit van een (moes)tuin en wil je graag kippen aanschaffen? Dan heb ik een aantal tips voor je. Kippen zijn gevederde manusjes van alles. Ecologische vuilnisbakjes, zo noem ik ze het liefst. Ze eten slakken en hun eitjes, maar ook larven en rupsen én ze zijn verlekkerd op keukenafval – wat van hen zeer gegeerde hulpjes maakt. Dat ze je bijna elke dag belangeloos van een gratis eitje voorzien is een leuke extra, vind je ook niet?
-
Maak een weloverwogen beslissing, met het hele gezin: Denk goed na over welke rol de kippen in je tuin zullen krijgen. Wil je ze als kleine afvalverwerkers, misschien wel voor hun eieren of als educatieve knuffeldiertjes voor de kinderen? Bedenk ook dat kippen – net zoals andere (huis)dieren – een goede verzorging nodig hebben, ze elke dag vers eten en drinken nodig hebben en het hok regelmatig schoongemaakt moet worden. Maak duidelijke afspraken en wees verstandig.
-
Kies het juiste ras: Er zijn tientallen, om niet te zeggen honderden kippenrassen om uit te kiezen. Welke kippen je uiteindelijk kiest hangt sterk af van de omgeving en hun doel. Woon je in de stad en moet je het zien te redden met een kleine stadstuin, dan zijn krielkippen aangewezen. In een kleine tuin kies je beter voor rassen die weinig schade kunnen aanbrengen, terwijl je in een grote tuin met een grote ren grotere hoenderrassen kunt houden. Zijdehoentjes (met hun bevederde poten) zijn zeer kindvriendelijk en vrij rustig (lees vrij rustig. Mijn zijdehoentjes waren eerder vrij hevig, maar dat kan ook uitzonderlijk geweest zijn). Ook de Chabo of Wyandotte krieltjes zijn geschikt voor kleinere tuinen.
-
Geef kippen de plaats die ze nodig hebben: kleine krieltjes en rustige rassen hebben logischerwijs minder plaats nodig dan grote hoenderrassen. Maar nuanceer en bedenk dat elke kip recht heeft op een ruime leefomgeving. Reken minimaal 4 tot 5 m² buitenruimte per kip. Hoe meer ruimte de kippen ter beschikking krijgen, hoe beter ze zich ontwikkelen. Kippen die te dicht bij elkaar worden gehouden kunnen stress krijgen en elkaar gaan pikken.
-
Geef elke dag eten en vers water: In normale omstandigheden raad ik aan om elke dag vers eten en drinken te voorzien. Vaak bevuilen kippen hun drink-en eetplaats, waardoor ze zonder kunnen komen te zitten. In sommige gevallen kan het ook iets langer, wanneer je bijvoorbeeld voor een drink-en/of voedertoren hebt gekozen. Tenzij het extreem warm of net erg koud is natuurlijk, dan is dagelijkse controle aangewezen. Water is trouwens ontzettend belangrijk voor het produceren van eieren. Hennen die niet over genoeg vocht beschikken kunnen een zogenaamde legstop doormaken.
- Keukenafval kan, maar wees selectief: Kippen zijn selectieve alleseters. Er zijn namelijk weinig dingen die ze niet lusten. Toch is het belangrijk om verstandig om te springen met wat je hen te eten geeft. Geef het liefst onbewerkt voedsel, zonder suiker, zout of andere toevoegingen. Pikante restjes van het Chinese restaurant om de hoek zijn dus not done. Zorg er altijd voor dat het afval dat je voorschotelt een aanvulling is op hun dagelijkse routine. Kippen hebben nood aan een goede graanmengeling en af en toe wat maïs. Groenvoer zoals kolen en sla eten ze vrijwel het liefst. Om een goede leg en stevige eieren te stimuleren is het aangewezen om extra kalk te geven. Vaak zit dat standaard in het voer, soms moet je het zelf aanbieden. Gebroken oesterschelpjes zijn hiervoor erg geschikt (te verkrijgen in zowat elk tuincentrum-of dierenspeciaalzaak).
