Leifruit en fruithagen in de moestuin

Leifruit en fruithagen in de moestuin

Het klassieke leifruit kent inmiddels iedereen, maar wist je dat je van diezelfde planten hagen kunt maken? Fruithagen worden ze genoemd, goed voor het afschermen van tuinkamers en andere tuinonderdelen. Het maakt je tuin op slag groter en je kunt er letterlijk de vruchten van plukken. Ik ben fan!

Leifruit en fruithagen
Een verschil tussen leifruit en fruithagen is er niet of nauwelijks. Leifruit wordt in de meeste gevallen tegen een muur geplant, fruithagen dienen dan weer om leuke hoekjes en ruime plekjes te creëren. Ze zijn ideaal om de moestuin af te schermen en de fruit- en kruidentuin van elkaar te scheiden. Een fruithaag wordt op een smalle strook, voorzien van het nodige zonlicht, aangeplant en zal bestaan uit een rij vrijstaande laagstam fruitbomen die kort op elkaar komen te staan.

Welke soort kies je?
Een fruithaag bestaat voornamelijk uit appels en peren, maar ook kersen en pruimen kunnen worden gebruikt. Je kunt verschillende rassen met elkaar combineren maar optisch gezien is dat niet altijd de beste keuze. Elke fruitsoort heeft namelijk een eigen groeiwijze, bloei-en oogstperiode. Respecteer een onderlinge plantafstand van ruim 2 tot 2,5 meter, dat komt de ontwikkeling van de plant ten goede. Fruithagen moeten gesteund worden maar groeien probleemloos zonder muur. Het onderhoud kan vrij snel en makkelijk worden uitgevoerd: snoeien en oogsten gebeurt zonder ladder.

Waar moet je op letten?
Bij het aanschaffen van fruithagen kies je voor een laagstam fruitboom waarbij de ent lager dan 30 centimer komt. Zorg bij voorkeur voor planten met een rechte harttak en minimum 2 gesteltakken. Zowel appels als peren groeien het best op een zwakgroeiende onderstam, die als het kan, aangepast is aan de grondsoort waar de boom komt te staan.

Wanneer kun je planten?
Fruitbomen met blote wortel worden geplant op het moment dat de plant in rust is, meestal vanaf november tot eind februari. Maar wanneer je beschikt over planten in een pot, de zogenaamde containerteelt, dan kun je het hele jaar rond aan de slag. Geef voldoende water en plant de bomen niet dieper dan het wortelgestel. Let erop dat de ent ruim boven de grond blijft uitsteken. Vermijd, vooral in het begin van de teelt, het gebruik van meststoffen in het plantgat. Dat voorkomt namelijk wortelbrand bij jonge wortels. Bedek het grondoppervlak wel met ruwe compost of houthaksel om uitdroging te voorkomen.

Blije bijen
Omdat bijen – en bij uitbreiding alle andere nuttige insecten – van ontzettend groot belang zijn in de moestuin, kun je ze maar beter een schuil- en nestplaats aanbieden in de buurt van je fruitbomen. Voorzie insectenhotels waar onder andere metselbijen, gaasvliegen, spinnen, lieveheersbeestjes en oorwormen een onderkomen vinden. Hang de huisjes op in de fruithaag, tussen de bomen. Het ziet er nog leuk uit ook :).

En verder

  • Geef bij langdurige droogte, vooral de eerste jaren, extra water.
  • Let na het planten op voor woelmuizen, ze eten de jonge wortels van de bomen.
  • Houd de ondergrond onkruidvrij, voorzie eventueel een natuurlijke bodembedekking.
  • Wees lief voor vogels, hang na verloop van tijd nestkastjes op in de bomen.