Angelo Dorny toont voor- en achterkant van zadenzakjes.

Zo zorg je ervoor dat zaden altijd kiemen

Elke dag stellen volgers mij op sociale media vragen over planten of tuinklusjes. Zo krijg ik geregeld de vraag waarom sommige zaden niet kiemen. Er zijn een paar dingen cruciaal wanneer je begint te zaaien. Lees goed wat er op het zaadzakje staat, bepaal of de zaden lichtkiemers of donkerkiemers zijn en gebruik de juiste aarde.

Hoe lees je het zaadzakje?

De eerste en allerbelangrijkste tip bij het zaaien: lees de instructies op het zaadzakje. Dat klinkt super vanzelfsprekend en toch merk ik dat veel mensen naar het zakje vergeten te kijken. Nochtans staat daar veel informatie op die cruciaal is wanneer je wil dat je zaden kiemen: 

  • in welke maanden je mag (voor)zaaien, 
  • wanneer je oogst kan verwachten, 
  • hoe diep je een zaadje moet zaaien 
  • en of de zaden in kwestie lichtkiemers of donkerkiemers zijn.

“Niet alle zaden kan je op dezelfde manier zaaien. Tip nummer 1: volg de aanwijzingen op het zaadzakje.”

Angelo Dorny

Hoe zaden kiemen: het verschil tussen licht- en donkerkiemers

Nog voor je het eerste potje met aarde begint te vullen moet je iets anders doen: bepaal met welk soort kiemer je aan de slag gaat. Ik herhaal het nog eens: niet elk zaadje kiemt op dezelfde manier.

Sommige zaden hebben licht nodig, anderen kou en nog anderen verkiezen duisternis. Op onze zaadzakjes vermelden we altijd met welk soort kiemer je te maken hebt. (Heb je een ander zakje waarop dat niet vermeld staat, zoek het dan best even op online.) Wat is het verschil tussen een lichtkiemer, donkerkiemer en koudekiemer?

LICHTKIEMER

Deze zaden hebben zonlicht nodig om te kiemen en worden het liefst oppervlakkig gezaaid. Bedek ze dus niet met aarde, maar duw ze wel een beetje aan zodat ze contact maken met de aarde.

Voorbeelden van lichtkiemers: 

Antirrhinum majus of leeuwenbekje, Cosmos bipinnatus, Delphinium consolida of ridderspoor, Scabiosa atropurpurea of duifkruid, Zinnia elegans.

DONKERKIEMER

Het spreekt bijna voor zich: in tegenstelling tot lichtkiemers willen deze zaden net geen zonlicht om te kiemen. Je moet ze dus bedekken met een laagje aarde. De eenjarige Phlox gaat nog een stapje verder en wil zelfs afgedekt worden om goed te kiemen.

Voorbeelden van donkerkiemers: 

Calendula officinalis of goudsbloem, Helianthus annuus of zonnebloem, Lathyrus odoratus of reukerwt, Tropaeolum majus of Oost-Indische kers.

KOUDEKIEMER

Naast licht heeft ook temperatuur een invloed op de ontkieming van zaden. Koudekiemers willen — verrassing — kou om te kiemen. De lagere temperatuur verbreekt de rustfase waarin het zaadje zit.

Voorbeelden van koudekiemers: 

Delphinium consolida of ridderspoor, Cleome of kattensnor, kaardebol en klaproos.

Leer meer dankzij onze video's

Wist je dat we ook een goed gevuld YouTube-kanaal hebben? Met meer dan 450 video's hebben we een grote database aan informatie. Neem zeker een kijkje op YouTube en abonneer je, dan blijf je op de hoogte van de nieuwste video's. 

In deze video vertel ik je hoe je start met zaaien. Ik deel 4 tips, zodat jij geen fouten hoeft te maken.

In welke aarde zullen zaden kiemen?

Kwalitatieve, turfvrije grond is de basis van alles. Zaai- of stekgrond is luchtiger dan gewone potgrond en dat is nodig voor de frêle worteltjes om hun weg te zoeken. Daarnaast zitten er in zaaigrond minder meststoffen, wat dan weer zorgt voor een neutrale groeiomgeving voor je zaailingen.