Het is volop herfst, de eenjarigen lopen op hun einde en de blaadjes vallen van de bomen. De herfst is de perfecte periode om bloembollen te poten in de tuin. Bloembollen zijn een zeer fijne en dankbare aanvulling in elke tuin: ze bloeien immers de pannen van het dak in het vroege voorjaar, waardoor de koude en gure wintermaanden snel vergeten zijn. De eerste bloeiers geven ook broodnodig voedsel voor de insecten die als eerste wakker zijn.
Wanneer kunnen bloembollen gepoot worden?
Bloembollen moeten steeds gepoot worden in het najaar, van eind september tot eind december. Ze hebben namelijk een koude periode nodig om wakker te worden. Let bij het poten van de bloembollen steeds op de kwaliteit van de bol:
- Zijn de bollen stevig? Bloembollen mogen niet zacht of beschimmeld zijn.
- Is de bloembol intact?
- Zitten er geen vlekken op de schil?
Gooi bij twijfel de bloembol weg om verdere besmetting te vermijden. De meeste bloembollen kan je met een gerust hart tijdens deze maanden poten, behalve tulpen. Tulpenbollen zijn erg gevoelig aan tulpenvuur of Botryits Tulipae. Tulpenvuur is een schimmel die de bloembollen aantast. Er komen vlekken op de bladeren en de tulpenbloemen, waardoor ze minder tot niet goed bloeien. Wacht dus even met met het poten van tulpen in de vollegrond of pot, zeker tot eind oktober - liever begin november. De bollen kunnen elke dag gepoot worden, zolang de grond bewerkbaar is.
Voorjaarsbollen en de bloeitijden
Niet elke bloembol bloeit op hetzelfde moment. Kijk dus goed om een verschil aan bloeitijden toe te voegen aan de tuin voor zo veel mogelijk bloemen.
Vroege bloeiers, zoals krokussen en sneeuwklokjes.
Nadien bloeien de middenbloeiers. Dat zijn onder andere de narcissen en de hyacinten.
Ten slotte bloeien de laatbloeiers: dat zijn de tulpen en de Alliums.
Leer meer dankzij onze video's
Wist je dat we ook een goed gevuld YouTube-kanaal hebben? Met meer dan 450 video's hebben we een grote database aan informatie. Neem zeker een kijkje op YouTube en abonneer je, dan blijf je op de hoogte van de nieuwste video's.
In deze video leert Angelo je hoe je een bloembollenlasagne maakt. Op kleine oppervlaktes kan je zo een explosie van bloembollen hebben in het voorjaar.
Een bloembollenlasagne maken
Heb je weinig plaats in de tuin of wil je enkele potten opfleuren met bloembollen? Dan is een bloembollenlasagne de perfecte aanvulling. Door de bloembollen in laagjes te planten, heb je op een hele kleine oppervlakte verschillende soorten bloemen. Belangrijk is wel om de juiste volgorde aan te houden, zo krijgen alle bollen de kans om voldoende te groeien.
Kies een mooie pot met een gat onderin en dek het gat af met een potscherf of hydrokorrels. Zo kan het overtollige water weglopen uit de pot en zullen de bloembollen niet rotten. Plant de bollen steeds met het puntje omhoog en leg tussen elk laagje bloembollen een vijftal centimeter turfvrije potgrond.
Begin onderaan de pot met de laatst bloeiende bollen. Dat zijn bijvoorbeeld de tulpen en de Alliums.
Narcissen zijn de middenlaag van de pot.
Werk ten slotte af met de vroegst bloeiende bollen, bijvoorbeeld krokus.
Werk de bloembollenlasagne af met een laagje mulch, bijvoorbeeld houtsnippers. Wil je echter een kleurrijke display waar je de hele winter van kan genieten? Plant dan viooltjes bovenop de bloembollenlasagne. Geen zorgen, de bloembollen groeien hier moeiteloos doorheen.
Wat met de grond?
Bloembollen hebben niet graag natte voeten. Je plant ze dus best in een goed doorlatende bodem, zodat het water zeker niet kan blijven staan rond de bollen. Heb je toch een zware grond, zoals kleigrond? Verbeter de grond dan met compost of voeg eventueel een handje zand of kiezeltjes toe in het plantgat bij het poten van de bollen. Zo kan het water overtollige wegvloeien bij regenval.
Bloembollen poot je altijd volledig onder de grond. Een handige vuistregel is om de bloembol op een diepte van zo'n 2 à 3 keer de grootte van de bol te poten. Zo staat de bloembol stevig en valt hij niet om tijdens het bloeien. Gebruik een bollenpoter of een hori hori mes om een plantgat te maken. Ook in vollegrond poot je de bollen met het scherpe puntje omhoog om een vlotte groei te kunnen garanderen. Als alle bloembollen gepoot zijn, geef je ze best geen extra water. Tijdens het najaar valt er immers voldoende regen waardoor extra water geven niet nodig is.
Wat met plantafstand?
Eén of twee bloembollen in een volledige border heeft niet zoveel effect. Plant je bloembollen in de border, ga dan gerust voor het wow-effect. Groepeer de bloembollen, zodat ze visueel meer impact hebben. Zet ze in groepjes van 7 à 9 bollen per soort en verspreid ze willekeurig in de border.
Houd, voor grote bollen, zo'n 10 tot 15 centimeter afstand tussen de bollen. Zo hebben ze voldoende plek om te verwilderen en stevig uit te groeien. Bij kleinere bollen, zoals bij de krokus, hoeft de afstand niet zo groot te zijn. In dit geval is zo'n 4 tot 6 centimeter voldoende.
Bloembollen kunnen ten slotte ook verwilderen. Bepaalde bloembollen, die we ook stinzenbollen noemen, komen zo jaar na jaar terug in de border en vermeerderen ook. Niet elke bloembol verwildert of komt het jaar nadien terug in de tuin. Gewone tulpen geven het eerste jaar het beste van zichzelf, maar bloeien het jaar nadien veel minder uitbundig of komen simpelweg niet meer op. Kies dus goed welke soorten je waar poot, zo kan je jaar na jaar genieten van een bloemenpracht in het vroege voorjaar. Een klein overzicht van enkele soorten die verwilderen:
- Krokus
- Botanische tulpen
- Narcis
- Alliums