Alcea rosea 'chater’s salmon pink'

De tuin wordt groener en groener, de zaailingen groeien de pannen van het dak en ijsheiligen zijn in zicht. De maand mei is met stip de drukste maand in het volledige tuinseizoen. Er kan ongelooflijk veel rechtstreeks gezaaid worden, we kunnen af en toe al genieten van zomertemperaturen en de eerste gewassen kunnen al geoogst worden. Mei is dus een drukke maand, maar vergeet zeker niet om ook regelmatig te genieten van al dat moois in de tuin.

Hoe mooi de bloembollen ook gebloeid hebben afgelopen tijd, voor sommige soorten is het seizoen nu echt op z'n einde. Heb je ze in volle grond gepoot en wil je dat ze volgend jaar terugkeren in de tuin om het beste van zichzelf te geven? Knip ze dan zeker niet af, de bol heeft alle energie nodig om volgend jaar terug te bloeien. Omdat de bladeren als een soort zonnepaneeltje dienen, mogen ze dus zeker niet verwijderd worden. Laat ze rustig afsterven, zo kan de bol zich goed voorbereiden op volgend seizoen. Nog een kleine extra tip: de uitgebloeide bloemhoofdjes verwijder je best wel. Zo steekt de bloembol geen energie in het aanmaken van zaden. Een kleine uitzondering hierop zijn tulpen. De meeste tulpen geven het eerste jaar het beste van zichzelf, maar dit mindert jaar na jaar. We raden dan ook aan om gecultiveerde tulpen als eenjarigen te behandelen. Zijn de tulpen uitgebloeid of klaar om te oogsten, dan kan je ze met bol uit de grond trekken. Zo heb je trouwens ook langere stelen om ze op vaas te zetten. Verwilderingstulpen mag je uiteraard wel laten zitten in de tuin, die vermeerderen elk jaar in de tuin.

Door de warme temperaturen en mooie dagen zijn ook de bladluizen wakker. Deze kleine plantenetende insecten hebben het vooral gemunt op de jonge frisse plantjes in het voorjaar, met alle gevolgen van dien. Ze zijn wel erg nuttig in de tuin, ze dienen immers als voeding voor tuinvogels en andere insecten. Bestrijden doe je dus beter niet, maar er is gelukkig een makkelijke oplossing om hiermee om te gaan: zet lokplanten in de tuin. Deze lokplanten zijn extra populair bij bladluizen en trekken ze aan. De luisjes zullen dus vooral van de lokplanten eten, waardoor je andere planten vrij blijven van de bladluizen. Een extra voordeel is dat je kleine tuinvogels aantrekt, die op hun beurt slakken en andere plaagdiertjes verorberen.

Zonder insecten zal er helaas nooit bestuiving zijn van alle prachtige bloemen en mooie gewassen. Het is dus belangrijk om ook de kleinste insecten een plekje te geven in onze tuin. Je kan dat makkelijk voorzien door een insectenhotel op te hangen, maar er zijn heel wat andere opties om dat te voorzien in de tuin. Denk maar aan een hoop takken, een slordig hoekje met snoeiafval achteraan in de tuin of enkele stenen op een hoop om een beschut plekje te creëren. 

Wil je graag zelf een insectenhotel ineen knutselen, dan kan je zelfs creatief gebruik maken van afval:

• Boor gaatjes in houtafval. Zorg dat de gaatjes glad zijn en voldoende groot zijn.
• Snij bamboestokken in gelijke stukken en stapel ze.
• Stapel bakstenen met gaten in, hier kunnen de vlinders in schuilen.
• Zorg voor een plekje met zand. Zandbijtjes en andere insecten maken hier graag gebruik van.