Paddenstoelen hebben iets sprookjesachtig. Ze doen terugdenken aan de kindertijd, groeien in bosrijke gebieden en komen vooral voor tijdens vochtige periodes. Ze groeien op een uitzonderlijke manier en zijn het resultaat van een ondergronds dradennetwerk. Een deel is eetbaar en een ander groot deel extreem giftig. Maak kennis met de paddenstoel, zoals hij werkelijk is.
Geen planten, noch dieren
Een paddenstoel is theoretisch gezien geen plant, noch een dier. Hij behoort tot een geheel eigen rijk, de schimmels. Ze bezitten geen bladeren, stengels of wortels en doen daardoor niet aan bladgroenverrichting. Ondergronds vormen ze een groot dradennetwerk, bovengronds zie je een vruchtlichaam verschijnen – de eigenlijke paddenstoel. Paddenstoelen groeien voornamelijk op donkere, vochtige plekken of zelfs helemaal in het duister. Om die reden worden ze vaak in bosrijke gebieden gespot.
Myselium of zwamvlok
Om te weten hoe een paddenstoel precies groeit is het belangrijk om de samenstelling van het zogenoemde myselium of de zwamvlok te kennen. Dat is een dradennetwerk van wel honderden schimmeldraden die zich meestal onder de grond bevinden. Het hart van de schimmel, zeg maar. De zwamvlok leidt een heel eigen leven. Het groeit vaak in een kringvorm, waardoor heksenkringen (een natuurlijk voorkomende cirkel van paddenstoelen) kunnen ontstaan.
Over het vruchtlichaam
Als paddenstoelen geen bladeren, stengels of wortels hebben, hoe leven ze dan? Van wat leven ze en waaruit bestaan ze dan wel? Simpel. Een paddenstoel is een schimmel die zich voedt met onder andere paardenmest en stro, hout en houtsnippers. Het mycelium of de zwamvlok gaat zich over de voedingsbodem verspreiden en op die manier gaan groeien. Deze evolutie bevindt zich ondergronds. Op dat ogenblik is er bovengronds nog niets te zien. Na verloop van tijd en bij ideale omstandigheden vormen paddenstoelen zogenoemde vruchtlichamen. Een vruchtlichaam of de paddenstoel zoals wij hem kennen is eigenlijk de bloem, het resultaat van de zwamvlok om zich uiteindelijk voort te planten. Het vruchtlichaam of de paddenstoel heeft een hoed, een machet en een steel met een verdikte voet, de zogenaamde beurs. Als je de hoed van een paddenstoel omdraait zie je duidelijk gleufjes of plaatjes. In die gleufjes zitten de sporen, die uiteindelijk voor nieuwe exemplaren moeten zorgen.
Giftig
Naast eetbare paddenstoelen zijn er helaas ook zeer giftige exemplaren. Dergelijke paddenstoelen houd je beter weg uit de keuken, ze kunnen voor heel wat schade zorgen. Jaarlijks krijgt het antigifcentrum nog honderden gevallen te verwerken die in contact kwamen met giftige paddenstoelen. In geval van wildpluk laat je je beter bijstaan door een expert, die je precies kan vertellen wat eetbaar is en beter nog, wat niet. Elke paddenstoel heeft namelijk een eigenschap, eigen aan de soort.
De ideale vleesvervanger?
In tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd zijn paddenstoelen geen goede vleesvervangers. Waarop dit fabeltje is gebasseerd is nagenoeg onduidelijk. Wellicht omdat ze vaak geserveerd worden in combinatie met vlees en zo de schijn wekken het vlees uiteindelijk te kunnen vervangen. Paddenstoelen zijn echter wel voedzaam en gezond, maar dus niet geschikt om vlees te gaan vervangen. Ze bevatten eiwitten en ijzer, maar in duidelijk kleinere hoeveelheden dan dat bij vlees het geval is. Toch is het absoluut onschadelijk om af en toe een maaltijd te eten met paddenstoelen in de hoofdrol. In onze Westerse gebieden krijgen we allemaal vaak te veel eiwitten binnen, een keertje zuiniger eten kan dus geen kwaad.